Hoe maak je een kruisschakeling? (met video)
In deze video toon ik je hoe je een kruisschakeling maakt.
In een eerder artikel beschreef ik stapsgewijs hoe je een wisselschakeling opstelt. Hier gaan we nog verder op in met de kruisschakeling.
Wat is een kruisschakeling?
Een kruisschakeling zorgt ervoor dat je met een kruisschakelaar of wisselschakelaar een lamp of meerdere lampen in een groep kan aanzetten of uitschakelen. Je kan dus bijvoorbeeld het licht aansteken vanop drie of meerdere plaatsen. Een kruisschakeling bevat minstens 3 schakelaars maar dit aantal kan gerust oplopen tot bijvoorbeeld 20 schakelaars, wat je zelf kiest! In onderstaande uitleg gaan we uit van een opstelling met 4 schakelaars.
Hoe plaats je een kruisschakeling?
- Neem de 3G1.5 kabel. Dat is de voedingskabel die komt van het verdeelbord of van de andere schakelaar.
Belangrijk om te onthouden, de eerste en laatste schakelaar op een kruisschakeling is telkens een wisselschakelaar, daar heb je drie aansluitingen op.
- Wisselschakelaar 1: Sluit de fasedraad (bruin) aan op de L.
- De nulgeleider (blauw) en de aarding (geel/groen) verbinden we door.
- Sluit wisseldraden (zwarte en grijze draad) aan op de 1 en 1” van de 5G1.5. Deze leiden naar de volgende schakelaar.
- Schakelaar 2: We gaan over naar de volgende schakelaar, een kruisschakelaar. Deze heeft 4 aansluitklemmen.
- De groene, blauwe én bruine draad verbinden we door.
- Sluit 4 wisseldraden aan (grijs & zwart). 2 wisseldraden die komen van de vorige schakelaar en 2 draden die leiden naar de volgende schakelaar.
- De kabel die loopt naar de volgende (derde) schakelaar is opnieuw een 5G1.5 kabel.
De derde schakelaar is opnieuw een kruisschakelaar. De schakelaars in het midden van de installatie zijn telkens kruisschakelaars.
- Schakelaar 3: Sluit opnieuw enkel de wisseldraden aan, de andere draden verbinden we door
- De derde en laatste schakelaar worden opnieuw verbonden door een 5G1.5 kabel.
De laatste schakelaar is net zoals de eerste een wisselschakelaar.
- Laatste schakelaar: Sluit de blauwe en geel/groene draad aan en connecteer ook de wisseldraden (zwart en grijs).
- Connecteer de nulgeleider (blauw) met het lichtpunt.
- De bruine draad die komt van het lichtpunt sluiten we aan op de ‘L’ op de wisselschakelaar.
- Nu kan je vanuit 4 plaatsen het licht bedienen!
Meer leren? Bekijk mijn cursusaanbod.