De Juiste Kabeldiktes Kiezen Voor Je Elektriciteitsproject

Een van de cruciale beslissingen bij elk elektriciteitsproject is het selecteren van de juiste kabeldikte. Of je nu bezig bent met een renovatie, een nieuwe installatie of een kleine aanpassing aan je bestaande elektrische systeem, de keuze van de correcte kabeldiktes is essentieel voor zowel de veiligheid als de efficiëntie van je installatie.

Waarom is de juiste kabeldikte zo belangrijk?

Bij het zelf uitvoeren van elektrische werken is het kiezen van de juiste kabeldikte niet zomaar een technisch detail – het is een veiligheidskwestie. Kabels die te dun zijn voor de stroom die ze moeten dragen:

  • Worden oververhit, wat kan leiden tot smelten van de isolatie
  • Verhogen het risico op elektrische brand
  • Veroorzaken spanningsval, waardoor apparaten niet optimaal werken
  • Zijn niet conform met het AREI (Algemeen Reglement op Elektrische Installaties)

Anderzijds zorgen te dikke kabels voor onnodige kosten en kunnen ze in sommige situaties moeilijker te installeren zijn door hun stijfheid en grotere buigradius.

Hoe kabel-diktes worden uitgedrukt

In België worden elektrische kabels aangeduid met de doorsnede van de geleiders, uitgedrukt in vierkante millimeter (mm²). De meest voorkomende diktes voor huishoudelijke toepassingen zijn:

  • 1,5 mm² – voor verlichtingscircuits
  • 2,5 mm² – voor stopcontactcircuits
  • 4 mm² – voor kookfornuizen, elektrische ovens
  • 6 mm² – voor krachtige toestellen zoals droogkasten
  • 10 mm² – voor voedingskabels naar verdeelborden
  • 16 mm² en meer – voor hoofdvoedingskabels

Factoren die de keuze van kabeldikte bepalen

1. Stroomsterkte

De stroomsterkte of intensiteit (uitgedrukt in ampère) die door de kabel zal vloeien, is de belangrijkste factor. Deze wordt bepaald door het vermogen van de aangesloten apparaten. Elk type kabel heeft een maximale stroombelasting die niet overschreden mag worden.

Een eenvoudige vuistregel voor monofasige circuits (230V):

  • 1,5 mm² – maximaal 16 ampère (ongeveer 3680 Watt)
  • 2,5 mm² – maximaal 20 ampère (ongeveer 4600 Watt)
  • 4 mm² – maximaal 32 ampère (ongeveer 7360 Watt)
  • 6 mm² – maximaal 40 ampère (ongeveer 9200 Watt)

2. Kabellengte

Langere kabels veroorzaken spanningsval. Bij lange afstanden (meer dan 20 meter) is het raadzaam om een dikkere kabel te kiezen dan wat strikt noodzakelijk zou zijn voor de stroomsterkte alleen. Dit voorkomt problemen met apparaten die gevoelig zijn voor spanningsschommelingen.

3. Omgevingstemperatuur en installatiewijze

Kabels die geïnstalleerd worden in warme omgevingen of in bundels kunnen minder stroom verdragen. Ook de installatiemethode beïnvloedt de capaciteit:

  • Kabels in kokers of buizen kunnen minder warmte afvoeren
  • Kabels die direct onder isolatiemateriaal lopen, hebben een verminderde capaciteit
  • Kabels die blootgesteld zijn aan direct zonlicht, moeten bestand zijn tegen UV-straling

Praktische richtlijnen per toepassing

Verlichtingscircuits

Voor normale verlichtingscircuits in een woning is een 1,5 mm² kabel doorgaans voldoende. Deze circuits worden meestal beveiligd met een automaat van 10A of 16A.

Let op: als je LED-verlichting installeert, houd er dan rekening mee dat je mogelijk veel armaturen kunt aansluiten op één circuit vanwege hun lage stroomverbruik, maar controleer toch het totale vermogen.

Stopcontactcircuits

Voor algemene stopcontacten is 2,5 mm² de standaard. Deze circuits worden meestal beveiligd met een automaat van 16A of 20A. Voor een gemiddelde woning wordt aangeraden om:

  • Maximaal 8 stopcontacten per circuit aan te sluiten
  • Stopcontacten in vochtige ruimtes (zoals badkamer en keuken) op aparte circuits te plaatsen
  • Veeleisende apparaten zoals wasmachines, vaatwassers en diepvriezers een eigen circuit te geven

Kooktoestellen en grote verbruikers

Voor apparaten met een hoog vermogen zoals elektrische kookplaten, ovens en warmtepompen:

  • 4 mm² – voor toestellen tot 7000W (monofasig)
  • 6 mm² – voor toestellen tot 9000W (monofasig)
  • 2,5 mm² per fase – voor driefasige apparaten tot 10.000W

Aansluiting naar verdeelborden

De hoofdaansluiting naar een bijkomend verdeelbord in je woning (bijvoorbeeld voor een garage of bijgebouw) moet voldoende capaciteit hebben voor alle circuits die erop aangesloten worden. Afhankelijk van het totale vermogen:

  • 10 mm² – voor kleinere verdeelborden
  • 16 mm² of meer – voor grotere installaties

Veelgemaakte fouten bij zelf-installateurs

Bij onze doe-het-zelf workshops merken we regelmatig dezelfde fouten op:

  1. Onderschatting van het totale vermogen – vergeten rekening te houden met opstartstromen van motoren of het gelijktijdig gebruik van meerdere apparaten
  2. Te veel aansluitpunten op één circuit – wat leidt tot overbelasting
  3. Verkeerde beveiliging – een te zware zekering of automaat voor de gebruikte kabeldikte, waardoor de beveiliging niet tijdig uitschakelt bij problemen
  4. Negeren van omgevingsfactoren – zoals hoge temperaturen in een zolderruimte

Berekening van de juiste kabeldikte

Voor wie het exact wil aanpakken, bestaat er een formule om de minimale kabeldikte te berekenen, rekening houdend met spanningsval:

S = (2 × L × I) / (γ × ΔU)

Waarbij:

  • S = doorsnede in mm²
  • L = kabellengte in meter
  • I = stroomsterkte in ampère
  • γ = geleidbaarheid van het materiaal (voor koper: 56)
  • ΔU = toegestane spanningsval (meestal max. 5V voor 230V-installaties)

Veilig werken met elektriciteit

Bij het werken aan elektrische installaties is veiligheid altijd de eerste prioriteit:

  • Schakel altijd eerst de stroom uit via de hoofdschakelaar
  • Controleer met een spanningstester of circuits daadwerkelijk spanningsloos zijn
  • Gebruik goedgekeurde materialen met CEBEC-keurmerk
  • Laat je werk altijd keuren door een erkend keuringsorganisme
  • Bij twijfel: raadpleeg een professional of volg een van onze workshops

Conclusie

Het kiezen van de juiste kabeldikte is een essentieel aspect van elk elektrisch doe-het-zelf project. Met de basiskennis uit dit artikel kun je al veel situaties correct inschatten, maar voor complexere installaties is het altijd aan te raden om een gedetailleerde berekening te maken of advies in te winnen.

In onze doe-het-zelf workshops over elektriciteit besteden we uitgebreid aandacht aan dit onderwerp en leren we je hoe je zelf betrouwbare en veilige installaties kunt maken. Door het correct toepassen van deze kennis bespaar je niet alleen op installatiekosten, maar verzeker je ook de veiligheid en duurzaamheid van je elektrische installatie.